2006...
Een openluchtmuseum met huisjes uit de jaren 30, maar dan met tv en koelkast. Zo moet je de regio onder Gomel in zuidoost Belarus (Wit Rusland) ongeveer voorstellen. Veelal onverharde wegen met grote gaten en plassen. Af en toe een oude auto of een paard en wagen. En hekjes. Het lijkt wel of de bewoners meer aandacht besteden aan hun hekjes, dan aan hun huizen. De w.c. is niet meer dan een gat in de grond in een houten hokje. Water halen de mensen in emmers bij waterputten op straat. Het ziet er fris uit… maar je weet dat ’t uit een bodem komt die nog vol met straling zit. Buiten het dorp Bivalky ligt een grote kolchoz, de vroegere coöperatieve staatsboerderij. Verlaten. Alsof alles en iedereen er 20 jaar geleden gewoon bij weg is gelopen. De overheid heeft verboden landbouw te bedrijven op deze nog immer besmette grond. Maar de bewoners verbouwen hun groenten, fruit en laten hun schamele veestapel grazen waar het kan. Ze hebben geen andere keus. Het lijkt wel een vergeten gebied. Alsof wij in Nederland Limburg opeens aan z’n lot zouden overlaten. Flats, gebouwd ná de Tsjernobylramp, zijn alweer vervallen en rijp voor de sloop. Maar de bevolking heeft geen andere keus dan erin te blijven wonen. Alle financiën gaan naar Minsk of nieuw op te zetten ‘agri-steden’, een stuk noordelijker van hier. Men hoopt dat de jongeren hier weg zullen trekken, iets wat deels ook gelukt is. Ouderen kun je niet meer verkassen, zij blijven hun geboortegrond trouw en zullen hier sterven.
Het werd een reis met veel emoties, die een diepe indruk achterlaat bij de Terschellingers die een bezoek brachten aan de omgeving van Bivalky, aan de oever van de Dnjepr, tegen de grens met de Oekraïne. Van hier en uit Loëv en Malinovka komen de kinderen, die de Stichting Kinderen Tsjernobyl Terschelling de afgelopen tien jaar een maand of meer op ons eiland liet verblijven. Voor alle eilanders een emotioneel weerzien, voor sommigen een schok om te zien hoe ‘hun pleegkinderen’ daar wonen. Eén ding is zeker : het is niet voor niks. De kinderen die over de grens hebben mogen kijken hebben wellicht een iets rooskleuriger kijk op hun toekomst in plaats van de gelatenheid die soms heerst bij het gros van de bevolking.
Er werd gereisd met een groep uit Muiden, die in de plaats Zlobin al 15 jaar een weeshuis helpt met hulpgoederen en opknapwerk. Door extra mensen mee te nemen worden deze reizen bekostigd. Ook de visa en douanepapieren werden door de stichting uit Muiden op zich genomen, iets wat voor de Terschellingers een schier onmogelijke taak zou zijn geweest, gezien de bureaucratie aan de grens.
© april 2006 Erik Klappe
( eerder verschenen in het Friesch Dagblad )
Het werd een reis met veel emoties, die een diepe indruk achterlaat bij de Terschellingers die een bezoek brachten aan de omgeving van Bivalky, aan de oever van de Dnjepr, tegen de grens met de Oekraïne. Van hier en uit Loëv en Malinovka komen de kinderen, die de Stichting Kinderen Tsjernobyl Terschelling de afgelopen tien jaar een maand of meer op ons eiland liet verblijven. Voor alle eilanders een emotioneel weerzien, voor sommigen een schok om te zien hoe ‘hun pleegkinderen’ daar wonen. Eén ding is zeker : het is niet voor niks. De kinderen die over de grens hebben mogen kijken hebben wellicht een iets rooskleuriger kijk op hun toekomst in plaats van de gelatenheid die soms heerst bij het gros van de bevolking.
Er werd gereisd met een groep uit Muiden, die in de plaats Zlobin al 15 jaar een weeshuis helpt met hulpgoederen en opknapwerk. Door extra mensen mee te nemen worden deze reizen bekostigd. Ook de visa en douanepapieren werden door de stichting uit Muiden op zich genomen, iets wat voor de Terschellingers een schier onmogelijke taak zou zijn geweest, gezien de bureaucratie aan de grens.
© april 2006 Erik Klappe
( eerder verschenen in het Friesch Dagblad )